Rijopleiding
artikel 15.6° van het K.B. 23/03/1998
Uur
Kennismaking praktijkinstructeur en lesvoertuig. Hierbij worden al de bedieningsorganen van het lesvoertuig zoals koppeling, rem-en gaspedaal, versnellingspook, richtingsaanwijzer, stand-dim-groot-lichten, achtermistlicht, ruitenwisser voor en achteraan, voorruitontwaseming, handrem, gevarenknipperlicht en geluidstoestel uitvoerig toegelicht. Op het instrumentenbord wordt aangetoond waar zich de meter bevindt van de bedrijftemperatuur, snelheidsmeter, brandstofniveau. Ook wordt de betekenis van de waarschuwingslampjes uitgelegd.
Verder wordt ook uitgelegd hoe men op de juiste wijze de zithouding instelt. Verhouding handen tot het stuur en de benen tot de pedalen. Instellen van de binnen-en- buitenspiegels, hoofdsteun, veiligheidsgordel. Tevens wordt getoond hoe men de elektrische ramen kan bedienen.
Onder de motorkap wordt aangetoond waar zich de remvloeistof, koelvloeistof, ruitenwisservloeistof, oliepeilmeter en de plaats waar nieuwe motorolie dient toegevoegd te worden, bevinden. De leerling leert ook hoe hij de motorkap dient te openen. Er wordt uitgelegd hoe men de bandenspanning kan controleren alsook de profieldiepte van de hoofdgroeven (1,6 mm).
De leerling wordt uitgelegd hoe deze dient in en uit te stappen.
Er wordt aangeleerd hoe men de motor dient te starten en hoe men vanuit stilstand in beweging kan komen door vanuit eerste versnelling te vertrekken. Hierbij wordt uitvoerig aandacht besteed aan hoe het aangrijpingspunt werkt
Tijdens deze rijles wordt uitvoerig aandacht besteed hoe men dient op te schakelen en terug te schakelen naar een lagere versnelling. Er wordt ook uitgelegd hoe men op de motor dient te remmen alsook met de voetrem. Meermaals wordt geoefend op het vertrekken en het stoppen alsook de plaats op de rijbaan. Er wordt aangeleerd hoe men de juiste kijktechniek kan toepassen in het verkeer. De principes van het bewust economisch en milieuvriendelijk autorijden worden bijgebracht. De juiste stuurtechniek wordt aangeleerd.
Er wordt de leerling ook aangeleerd hoe hij vanop een helling kan vertrekken, gebruikmakend van zowel de handrem als de voetrem (slippende koppeling). De leerling leert ook achteruit rijden en kruisen.
In rustige woonwijken leert de leerling op eenvoudige kruispunten van richting te veranderen. De leerling ervaart hoe hij links en rechts dient af te draaien. Hoe men defensief dient te rijden. Verder ook de juiste kijktechniek op de kruispunten (ALR). Er wordt geoefend op kruispunten waar men voorrang dient te geven maar ook op kruispunten waar de leerling zelf voorrang heeft. Verder wordt aangeleerd wat de juiste volgafstand is en wordt er aangeleerd hoe men een rotonde dient op en af te rijden. Er wordt aangeleerd hoe men zich dient te gedragen ten opzichte van de zwakke wegebruikers.
Schakeltechniek, Remtechniek, Stuurtechniek worden verder ingeoefend. Betrokkene wordt meer vertrouwd met het deelname aan het verkeer. Verkeersinzicht, anticiperen op onverwachtse situaties wordt aangeleerd. Principes van snelheid in een woonerf, zonale gebieden, bebouwde kom en buiten de bebouwde kom, verhoogde inrichting en autoweg worden ingeoefend. Complexere kruispunten worden uitvoerig ingeoefend. Leerling wordt intens gewezen op het gedrag ten opzichte van de voetgangers en de fietsers alsook op het passeren van stilstaande en geparkeerde voertuigen. De leerling leert ook in smaller straten te rijden. De bochtentechniek wordt ook uitvoerig besproken.
De bevelen van een bevoegde persoon alsook het gedrag ten opzichte van een gemachtigd persoon worden aangeleerd. Hoe men zich dient te gedragen bij de aanwezigheid van een prioritair voertuig wordt uitgelegd. Betrokkene leert nu ook in drukkere steden rijden, weet hoe hij een overweg dient te nemen. Principes van inhalen en kruisen van een spoorvoertuig worden ook uitgelegd. Betrokkene leert ook hoe men andere voertuigen kan inhalen. Leert het principe van rijstrookkeuze en zijdelingse afstand.
Verkenning examengebied. Al de examenroutes worden verkend en mogelijke knelpunten worden besproken. De leerling leert keren in de straat.
Verkenning examengebied. Al de examenroutes worden verkend en mogelijke knelpunten worden besproken. De leerling leert parkeren achter een ander geparkeerd voertuig. Ook het keren wordt verder ingeoefend.
Verkenning examengebied. Al de examenroutes worden verkend en mogelijke knelpunten worden besproken. De leerling leert de maneuvers keren en parkeren verder aan ook op drukkere wegen.
Rit op de autosnelweg. Leert ook hier andere voertuigen in te halen, kent het principe van dode hoek. Kan zelfstandig de op-en-afritten nemen. Weet de juiste volgafstand. Clusteropdrachten: Leerling leert om zelf een willekeurige route te rijden. Kan rijden op GPS. Kan naar een herkenningspunt in een stad rijden rekening houdende met éénrichtingsstraten en andere weggebruikers.
Algemene herhalingsles. Zwakkere punten worden intens herhaald.
Na deze twintig lesuren kan de leerling volledig zelfstandig en alleen rijden. Men weet perfect de auto op de juiste wijze te bedienen, past het verkeersreglement perfect toe en neemt op een veilige wijze deel aan het verkeer. Heeft inzicht in het verkeer en kan defensief auto rijden.